IEA

Op een reeks projecten overheen een tijdspanne van 20 jaar ‘architectuur maken’ stellen we vast dat import export architecture een instrumentarium ontwikkeld heeft van ontpitting, ontharding en vergroening. Vaak wordt er resoluut gekozen om ruimtelijke kwaliteit en belevingen in een project te verkennen door geen extra ruimte fysiek te vertalen in 100% pure massa of gebouwde materie. Bij het optekenen in een eerste Atlas van het werk tijdens de lock down (2021)  bleek dat we meer aan architectuur hebben gemaakt door weg name dan door toe voeging.

Het niet toevoegen van nog extra m2 of m3 bebouwing maar net het bewust weghalen ervan versterkt de ruimtelijke beleving en sociale interactie. Het doordacht weghalen, het creëren door te ont-bouwen, het introduceren van een strategische leegte als een vrijplaats creëert een onberekenbare meerwaarde en belevingsvrijheid binnen het bouwwerk en zijn directe omgeving. Deze vaak onduidelijke of deels onbegrensde ruimte regenereert een plek, zonder meteen fysiek vatbaar of meetbaar te zijn. In zijn schijnbare afwezigheid geeft deze ruimte bestaansrecht aan zuurstof, licht, perspectief, doorzichten, sociale interacties, bijzondere (groene) biotopen en wisselbare invullingen , maar bovenal genereert het een connectiviteit met de tastbare en/of ontastbare elementen, het belevingsgenot en verwondering over het wisselende onbestemde.

IEA vult deze atlas met cases systematisch aan als bredere lezing en onderzoek van hoe deze bewuste onbebouwde ruimte meervoudig kunnen inzetten als desired spaces. Geen directe utopie maar mogelijks een uitgesproken toekomstige noodzaak.